Nadat we hals over kop onze koude schotel naar binnen werkten (we hoorden immers de kranen en zagen talloze vogelaars reeds richting het meer lopen) sloten we onze mobilhome af en gingen ook richting het meer.
We hadden op voorhand reeds wat opzoekwerk gedaan om zo de beste plek te vinden om de aankomst van de kranen te aanschouwen. Maar eens we buiten de mobilhome op de rotonde stonden keken we elkaar aan en hadden beiden een blik van “Shit, waar naartoe”. We zagen de andere vogelaars in de verte de weg oversteken richting een dijk. Maar dat was nog een heel stuk van ons verwijdert. Plots zag ik door de struiken naast ons andere mensen ook richting het meer lopen, geladen met kanonnen van kijkers. Aangezien dit veel dichterbij was schoten we hun achterna. En daar hadden we geen spijt van. Na een 300 meter kwamen we bij het meer aan. Wat we daar mochten aanschouwen is met geen woorden te beschrijven.
We waren beiden zo overdonderd dat we getracht hebben om enkele sfeerbeelden te maken maar al snel verdween fototoestel op de rug en smartphone in de broekzak. We stonden met onze voeten in de modder en hebben gewoon genoten. Van de éne verbazing in de andere. En geroepen naar elkaar: “Kijk daar, kijk daar! Wacht, daar zijn er nog! Neen, daar zijn er ook! Kijk daar!”. Een schouwspel waarvan we meer dan een uur mochten genieten. En dan moet je weten dat de najaarstrek dit jaar stevig in het honderd liep door het slechte weer in Noord-Europa. Daar waar er anders een massale trek plaatsvind eind oktober begin november hebben de kranen dit jaar gewacht tot eind november en zijn er vele die er zelfs niet aan begonnen zijn of in Duitsland zijn blijven overwinteren. Bij Lac du der kan je andere jaren enkele honderdduizenden kranen aanschouwen. Op het moment dat wij er waren schommelden hun aantal rond de vijfduizend.
Tip: wil je de trek van de Kraanvogels in het voor- en najaar volgen? Een goede bron is de Facebookpagina van het “European Crane Migration Network“. Wanneer er iets te melden is verschijnt er iedere zondag een uitgebreid verslag.
Ik laat jullie middels enkele foto’s toch meegenieten.
Toen het uiteindelijk begon te schemeren en de rust in de lucht weerkeerde, keerden wij moe maar voldaan terug naar de mobilhome. Onderweg terug naar de mobilhome werd ons iets duidelijk. Bij aankomst, toen we zaten te eten, kreeg ik het gevoel dat we in een Alpenweide verzeild waren en ik de bellen van de koeien hoorde weerklinken. Ik vroeg me af van waar dat geluid kwam waar we de rest van de nacht zouden van ‘genieten’.
Het geluid bleek afkomstig van de talrijke boten die in de haven op het droge lagen. Allemaal hadden ze in de top van de mast een bel hangen. Die bel, samen met het geluid van de wind door de koorden gaf de locatie iets unieks.
Terug aangekomen in de mobilhome ging de pyjama, de verwarming en de sfeerverlichting aan. Een fles wijn ging open en de Rummikub verscheen op tafel.
We waren echter beiden moe, moe en zenuwachtig van onze eerste belevenis in een mobilhome. Opgewonden van het schouwspel van de kranen en we vroegen ons af hoe het op het thuisfront ging. De eerste keer in ons leven en dat van de kinderen dat ze enkele dagen alleen zouden zijn.
We besloten om het voor bekeken te houden en het bed eens uit te proberen. Om te slapen, viezerik. ’s Ochtends moesten we er immers voor dag en dauw weer uit. Om de kranen te zien vertrekken dien je immers een uur voor zonsopgang aan het meer te zijn.
Niet in slaap geraken, samen nog wat sporten in bed, om half drie ’s nachts buiten naast de mobilhome staan. Andere slaapposities uitproberen. Uiteindelijk zalig in slaap vallen en veel te vroeg gewekt worden. Slaapdronken trekken we onze kleren aan, sluiten de boel af en lopen naar het meer.
Blijkbaar hadden we toch net iets te lang in bed gelegen want het was al een drukte van jewelste aan het meer en in de lucht. Met geluk zagen we de laatste groepen vertrekken. We zagen hoe ze boven het meer chaotisch rondvlogen om al snel gestructureerd een grote V te vormen en aan de horizon te verdwijnen.
Terug naar de mobilhome, wat opfrissen en weer vertrekken. In een naburig dorpje zijn we gestopt bij de meest charmante warme bakker in een vakwerkhuis. Daar waar we enkel wat croissants en stokbroden wilden keerden we terug met de meest lekkere koeken en quiches. Ruim voldoende om de dag door te komen. Nog even richting het verlaten kerkje aan de rand van het meer want dat wilden we zeker niet missen en dan naar onze volgende stop: “The Battlefields of Verdun”.
Lac du Der was kort maar zeer krachtig. Ons zien ze alvast terug!
Onze ervaringen in Verdun lees je weldra in deel 4, “The Battlefields of Verdun”.






2 Responses
Tof om te lezen dat jullie zo’n vogelspotters zijn, dat wist ik niet. Een fijne plek daar ook in Frankrijk. Lac du Der is hier ook geen onbekende: Het was onze eerste tentvakantie met de kinderen erbij, op een overbevolkte camping met maar 2 toiletten. Onvergetelijk…. dan liever op jullie manier! 🙂
We kunnen inderdaad genieten van alles wat vliegt in de vrije natuur 😉
Het is nu niet zo dat we hier meteen alles laten vallen en in de auto springen om in Durbuy de blauwe rotslijster te gaan opjagen 🙂
Dit was een leuke kans. We zochten al langer een moment om eindelijk eens met een mobilhome weg te gaan, het was in november en viel zowat samen met de trek van de kraanvogels. 2x prijs 🙂